Reanimatiematerialen

Om het duiken nog veiliger te kunnen maken en er niet onnodig een mensenleven verloren gaat, wil de NOB samen met AED Partner ‘het reddend duiken’ ondersteunen en dat er in geval van nood direct gehandeld kan worden.

Goed reanimeren van een slachtoffer is absoluut noodzakelijk om de overlevingskans zo groot mogelijk te maken. Dit begint uiteraard met goede reanimatievaardigheden, hiervoor zijn dan ook de juiste cursusmaterialen nodig en een goedwerkende AED met reanimatiefeedback.

Waar dien je rekening mee houden bij de aanschaf van een AED?
Een AED is een levensreddend apparaat

Het doel van een automatisch externe defibrillator is om het hartritme te herstellen en een leven te redden. De kwaliteit en werking van de AED zijn onafscheidelijk verbonden aan een succesvolle reanimatie. Let bij de aanschaf op de betrouwbaarheid, reanimatie ondersteuning en het juiste schokbare ritme.

Tips bij de aankoop van een AED:

Tip 1: Volautomaat of halfautomaat?

Er zijn twee soorten AED’s: een halfautomatische AED en een volautomatische AED. Het verschil zit hem in de knop die ingedrukt dient te worden om een schok toe te dienen. Bij een halfautomatische AED dien je als hulpverlener zelf de knop in te drukken voordat er een schok aan het slachtoffer wordt gegeven. Een automatische AED geeft een schok af wanneer dat nodig is. Een knop indrukken is hierbij dus niet meer nodig.

In de reanimatiecursus van de NOB leer je een reanimatie uit te voeren met een halfautomatische AED en dit type AED zal je ook voornamelijk in de praktijk aantreffen.

Tip 2: Meertaligheid

Op plaatsen waar niet alleen Nederlands wordt gesproken, kan het van belang zijn een AED te hebben die ook in een andere taal de instructies geeft.

Tip 3: Realtime reanimatie feedback

Een moderne AED geeft de bediener feedback in de diepte en het tempo van de massages met gesproken tekst en een metronoom.

Tip 4: Metronoom (30/2) met gesproken reanimatie instructie

Een AED die is uitgerust met een metronoom (30/2) en gesproken reanimatie instructies maakt een reanimatie eenvoudiger.  De gesproken instructies leiden stap voor stap door het reanimatieprotocol en de metronoom geeft het tempo aan waarin de borstcompressies moeten worden uitgevoerd.

Tip 5: Volledigheid zelftest

Alle AED’s hebben een vorm van zelftest ingebouwd. AED’s verschillen nogal in de mate van zelftesten: wordt alles getest of slecht een deel? Een goede AED heeft een volledige, dagelijkse zelftest van alle vitale onderdelen, dus inclusief de functionaliteit van de elektroden.

Tip 6: Therapiebereik (J)

Een zwaarlijvig persoon heeft per schok meer energie nodig voor het zelfde rendement dan een klein en tenger persoon. De AED meet de weerstand tussen de elektroden en neemt het schokbare ritme waar. Aan de hand van die waardes geeft de AED een persoonsgebonden behandeling.

Tip 7: Asystolie detectiedrempel (µV)

Asystolie-detectiedrempel: uitgedrukt in microvolt. Dit is de gevoeligheid van de analyse van de AED: hoe lager het getal, hoe fijnmaziger het ritme dat gedetecteerd kan worden. Een goede AED heeft een gevoeligheid van 100 microvolt of lager. Een AED met een hoge drempel zal geen schokbaar ritme meer waarnemen waar een AED met een lage drempel dit nog wel zal doen en dus ook zal schokken

Tip 8: Stof- en waterdichtheid (IP Waarde)

De IP waarde is een codering die aangeeft in welke mate een AED beschermd is tegen stof en water.