Toezicht in het zwembad

De nieuwe Omgevingswet

Op 1 januari 2024 is de nieuwe Omgevingswet in werking getreden. Voor (sport)verenigingen die gebruik maken van een zwembad heeft dit gevolgen. Binnen de thema’s toezicht en veiligheid moeten een aantal zaken geregeld worden. In dit artikel lees je meer informatie over de veranderingen met betrekking tot de nieuwe Omgevingswet en wat je als vereniging kan doen om je zaken goed op orde te hebben.

Wat betekent het in de praktijk?

In de praktijk gaat het om een klein onderdeel binnen Omgevingswet die in zijn geheel een heel scala aan onderwerpen bevat. Hoofdstuk 15 van het Besluit Activiteiten Leefomgeving  is belangrijk. Een goed startpunt voor jouw vereniging is het nauwkeurig nalezen van je huurovereenkomst. Daarin moet staan wie waarvoor verantwoordelijk is. Daarnaast moet er een risicoanalyse gedaan worden in de accommodatie waar je vereniging gebruik van maakt en moet er een toezichtplan/beheersplan geschreven worden.

Als vereniging heb je, als het goed is, al een boel geregeld omtrent toezicht en veiligheid. Sommige punten moeten opnieuw geregeld of herzien worden. Dit doe je door met de exploitant, lokaal, in gesprek te gaan en afspraken te maken. Vervolgens moet je deze (nieuw) gemaakte afspraken delen met het kader binnen de vereniging. Een goed moment dus om iedereen bewust te laten worden van alles wat er geregeld moet zijn en wat er dus in de praktijk moet gebeuren bij je vereniging. Onderstaand een aantal belangrijke punten die geregeld moeten zijn:

• Beschrijf in je toezichtplan/beheersplan hoe de beheersing van risico’s op verdrinking, letsel in en rondom het bassin en gezondheidsschade geregeld is;
• Schriftelijke afspraken maken over gang van zaken bij incidenten en ongewone voorvallen;
• Schriftelijke afspraken over hoe te handelen bij een calamiteit;
• Een overzicht hebben van bevoegde personen (toezicht houden) en hun vervangers.

Ga in gesprek met jouw lokale zwembad beheerder, neem de huurovereenkomst mee en leg de gemaakte afspraken met betrekking tot toezicht en veiligheid schriftelijk vast. In het tabblad ‘Stappenplan’ staat puntsgewijs uitgeschreven hoe je aan de slag kunt gaan.

Toezicht

Er zijn twee opties voor toezicht in het zwembad:

1. De hurende club maakt gebruik van toezichthouders van het zwembad. In dat geval hoef je niets te regelen, je hoeft alleen maar te betalen.
2. De hurende club verzorgt zelf het toezicht, dus met eigen leden. Daar stelt de zwembadhouder eisen aan: als hurende vereniging moet je jaarlijks aantonen dat jouw toezichthouders vaardig zijn in reddende handelingen en reanimatie.

Kies je voor optie twee, dan moet volgens de wet een toezichthouder aan twee eisen voldoen:

• Een toezichthouder moet minder dan een jaar geleden hebben aangetoond dat hij vaardig is in het reanimeren.
• Een toezichthouder moet minder dan een jaar geleden hebben aangetoond dat hij vaardig is in het boven water halen en op de kant brengen van een slachtoffer.

De NOB helpt

De NOB biedt een opleiding Reanimeren aan en is er de instructeursworkshop ‘Toezicht in het zwembad.’ Na het volgen van deze opleiding en/of workshop weet jij hoe je toezicht moet houden en hoe je moet handelen in een noodgeval.

Je kunt het model toezichtplan van de NOB als basisdocument gebruiken. De uitwerking van de nieuwe Omgevingswet moet lokaal gedaan worden, door clubs en exploitant samen. De exploitant moet immers zelf ook risico’s in kaart brengen en een beheersplan schrijven. De uitwerking is echter anders, omdat er bij een training of activiteit van de vereniging meer of minder zwemmers zijn dan bij een activiteit van de exploitant. Het resultaat is een toezichtplan op maat voor jouw vereniging.

Tijdspad

Stappenplan

Wij hebben in overleg met de zwembadbranche gekeken naar een oplossing voor duikverenigingen. De vijf stappen hieronder vormen een jaarcyclus voor de duikvereniging. Startpunt is het eind van het lopende zwembadseizoen.