Ecoriffen voor de onderwaternatuur in de Oosterschelde

Er worden vanaf 2020 zes ecoriffen voor de onderwaternatuur in de Oosterschelde aangelegd. Deze riffen worden bovenop de noodzakelijke dijkversterkingen geplaatst bij duikplekken Wemeldinge, Kattendijke, Goesse Sas, Burghsluis, Schelphoek en Levensstrijd. De NOB zet zich al jaren in voor een natuurvriendelijke uitvoering van de vooroeverversterkingen in de Oosterschelde en is tevreden met dit resultaat.

Bij Wemeldinge, Kattendijke en Goesse Sas zijn de dijken door erosie onder de waterlijn toe aan een grote opknapbeurt. Het gaat op die plekken om een oppervlakte van meer dan 17 hectare. Deze opknapbeurt zal in 2020 en 2021 plaatsvinden. Bij Burghsluis, Schelphoek en Levensstrijd is dit werk al enkele jaren geleden uitgevoerd en worden er alsnog ecoriffen aangelegd. De ecoriffen, ook wel ecotoplaag genoemd, zorgen nadat er aan de dijk is gewerkt, voor een beter en sneller herstel van de onderwaternatuur. Vissen, planten en kreeften kunnen tussen de riffen leven en schuilen en tussen de stenen ontstaan gebieden met zand die weer voor ander leven interessant is.

Al in 2009 vonden de eerste bestortingen bij duikplek De Zeelandbrug plaats. Er ontstond toen een discussie over het gebruik van hoogovenafval (staalslakken) in Nationaal Park Oosterschelde. Deze discussie leverde bij de Zeelandbrug een ecotoplaag van grote breukstenen op. Voldoende om de onderwaternatuur grotendeels te herstellen. In 2014 volgden de bestortingen bij locaties Burghsluis, Levensstrijd en Schelphoek.

De NOB en Stichting De Oosterschelde stapten naar de rechter vanwege het gebruik van staalslakken en de gevolgen van de bestortingen voor de onderwaternatuur. Er volgde een lange juridische procedure met in 2015 een belangrijke uitspraak van de Raad van State. Het gebruik van staalslakken is toegestaan, maar de rechter oordeelde dat er te weinig onderzoek naar de werkelijke aanwezige natuurwaarden in het Natura 2000-gebied was gedaan en dat daardoor de 11 hectare areaal Habitattype H1160 gecompenseerd moest worden. De zes ecoriffen die nu geplaatst worden zijn hier het resultaat van.

De bestortingen waren intussen al uitgevoerd en bij Levensstrijd was in plaats van staalslakken, ook nog eens zeegrind gebruikt. Dit grind voldeed niet aan de in de vergunning voorgeschreven materiaalgrootte, waarop de beroepsvissers in bezwaar gingen bij de Provincie Zeeland.

De bestortingen zijn noodzakelijk. Anders is er een risico dat de dijken begeven. En dat wil niemand. Wij vinden het belangrijk dat in een nationaal park de onderwaternatuur snel en volledig terug kan komen. Een ecotoplaag van grotere breukstenen helpt daarbij. Tussen de stenen ontstaan gebieden met zand en zo ontstaat er weer een gevarieerd onderwaterlandschap.

De NOB blijft het wenselijk vinden dat in plaats van staalslakken ander natuurlijker materiaal wordt gebruikt, waarvan bekend is dat deze minder effecten op het milieu hebben. Ondanks dat de concentraties van zware metalen beneden de normwaarden liggen en er geen opname van deze metalen in organismen van de voedselketen is aangetoond. De bestortingen vinden echter plaats in het grootste Nationale Park van Nederland. In een dergelijk kwetsbaar natuurgebied zouden er extra inspanningen verwacht worden om de kwaliteit van de natuur zoveel als mogelijk intact te houden.

De duikplekken zullen tijdens het werk niet toegankelijk zijn. De bestortingen worden met schepen uitgevoerd en het is gevaarlijk om dan te duiken. Het werk zal zeer waarschijnlijk in 2020 en 2021 plaats vinden. Hoe lang het werk precies duurt, is nog niet bekend. In de planning wordt rekening gehouden met een periode van 2 tot 15 weken per locatie.

Rijkswaterstaat heeft bij de Provincie Zeeland een vergunning voor het werk bij Wemeldinge, Kattendijke en Goesse Sas aangevraagd. Op deze vergunning heeft de NOB een zienswijze ingediend. Voor het werk bij Burgshluis, Schelphoek en Levensstrijd moet nog een vergunning worden aangevraagd.

 

  • Foto: Rijkswaterstaat Zee en Delta
  • Foto: Stichting de Oosterschelde/Ron Offermans