Staalslakken

Hoogovenafval in het Nationaal Park

De delen van de dijk die onder de waterlijn liggen noemen we de vooroever. Op sommige plekken is deze vooroever door erosie te zwak geworden. Rijkswaterstaat versterkt deze zwakke plekken met kleine brokken hoogovenafval, ook wel staalslakken genoemd. Doordat dit kleine brokken zijn wordt de dijk onder water zo vlak dat onderwaterleven zoals kreeften geen holletjes meer kunnen vinden. Het gevolg: het onderwaterleven verdwijnt.

Foto: Ron Offermans

De oplossing

Door over de staalslakken een laag breuksteen te leggen (natuurlijk materiaal in veel grotere brokken), kan het onderwaterleven in Nationaal Park de Oosterschelde herstellen. De NOB heeft tot de Raad van State geprocedeerd om dit te bewerkstelligen – en dat is gelukt! De komende jaren zal daarom over de staalslakken een laag breuksteen worden gelegd bij Schelphoek, Burghsluis, Kattendijke en Goesse Sas.

Rijkswaterstaat heeft in 2020 aan de vooroevers van de Zeeuwse dijken gewerkt. Bij deze vooroevers liggen ook duikplekken: Burghsluis, Schelphoek, Levensstrijd, Goese Sas, De Hoek, Galjoen Zonder Poen, Kattendijke en Nieuwe Sluis.

De vooroevers van de dijk zijn versterkt om het fundament te beschermen tegen stroming en golfslag. Het versterken van de oevers die onder water liggen gebeurd door het storten van staalslakken en breukstenen. Op alle locaties stort Rijkswaterstaat bovenop de staalslakken zogenaamde ecotoplagen van breuksteen. Deze ecotoplaag wordt in verschillende vormen aangebracht waardoor de onderwaternatuur na het werk sneller kan herstellen.

Tenslotte heeft aannemer Boskalis samen met duikvereniging Scaldis uit Zierikzee nog een groot aantal wilgenstokken geplaatst om sepia’s de gelegenheid te geven eieren af te zetten.

De NOB zet zich in om de onderwaternatuur in Nederland te behouden. Vind jij het ook belangrijk dat de onderwaternatuur beschermd wordt? Sluit je dan aan bij de NOB!